Paragrafen

3.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing

De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden, waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit
Incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen om calamiteiten eenmalig op te vangen. Het zijn de direct aan te wenden middelen voor financiële tegenvallers. Alleen reserves die alternatief besteedbaar zijn worden meegenomen. Specifieke bestemmingsreserves rekenen we niet mee, omdat een onttrekking uit deze reserves direct van invloed is op de dekking van kosten in de exploitatie. Stille reserves worden eveneens niet meegenomen. Niet duidelijk is in hoeverre stille reserves op korte termijn liquide te maken zijn. In onderstaande tabel staan reserves waar geen claims op rusten.
In onderstaande tabel is de geraamde stand van de reserves per 31 december 2023 van de Jaarrekening 2023 opgenomen.

Vrij besteedbaar

Algemene reserve vaste buffer

3.500.000

Algemene reserve vrij besteedbaar

8.789.000

Reserve herstructurering openbaar groen

537.000

Reserve volkshuisvesting

2.317.000

Totaal

15.143.000

Structurele weerstandscapaciteit
Structurele weerstandscapaciteit betreft de middelen die eventueel aangeboord kunnen worden om tegenvallers op te vangen. De structurele weerstandscapaciteit betreft de mogelijkheid om vanuit een verhoging van belastingen en leges structurele risico’s op te vangen.

De onbenutte belastingcapaciteit wordt berekend door de maximale tarieven (artikel 12) te vergelijken met de gehanteerde tarieven. Het Ministerie publiceert de artikel 12 tarieven jaarlijks bij de mei circulaire van het gemeentefonds.  

De berekening van de onbenutte belastingcapaciteit is als volgt:

Soort

WOZ-waarde

Tarief

Tarief 

Verschil

Onbenutte 

dec-23

Dalfsen

art. 12

in tarief

capaciteit

eigenaar woning

4.792.968.000

0,0964

0,16140

0,0650

3.115.000

eigenaar niet-woning

633.362.000

0,2308

0,16140

-0,0694

n.v.t.

gebruiker niet-woning

512.553.000

0,2238

0,16140

-0,0624

n.v.t.

Totaal

3.115.000

Het eigen gemeentelijke tarief per 31-12-2023 voor zowel eigenaar als gebruiker niet-woning is hoger dan het zogenaamde artikel 12 tarief. Dit betekent dat er voor deze twee componenten geen sprake meer is van onbenutte belastingcapaciteit en deze zijn daarom niet meegenomen in de berekening.

Bij het berekenen van de onbenutte belastingcapaciteit zijn wij uitgegaan van de getaxeerde waarden per 31 december 2023 volgens de conceptjaarrekening van GBLT voor woningen en niet-woningen. Het tarief artikel 12 status is afkomstig uit de mei circulaire 2023.

Het totale verwachte weerstandsvermogen 2023 ziet er als volgt uit:

Incidentele weerstandscapaciteit

15.143.000

Structurele weerstandscapaciteit

3.115.000

Totaal

18.258.000

Deze pagina is gebouwd op 06/17/2024 17:08:16 met de export van 06/17/2024 17:03:03