In de vorige paragraaf is weergegeven dat grondexploitaties risico’s met zich meebrengen. Deze mogelijke risico’s worden gedekt door een buffer; de algemene reserve grondexploitaties.
De hoogte van de reserve is bepaald op basis van de risico’s die gelopen worden of kosten die nog geclaimd kunnen worden uit de reserve (vennootschapsbelasting). In de nota reserves en voorzieningen is vastgelegd dat de reserve een ondergrens kent van € 1 mln.
Op basis van risicoafweging is een algemene reserve grondexploitaties van € 1,619 mln. genoeg voor het afdekken van de risico’s. Volgens deze gegevens kan het volgende verloop worden weergegeven voor de benodigde bijdrage vanuit/aan de Algemene reserve vrij besteedbaar (ARVB).
Ontwikkeling Reserve Grondexploitaties | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Netto berekende risico/benodigde stand reserve | 2.400 | 2.300 | 1.500 | 1.734 | 1.619 |
Stand algemene reserve grondexploitaties | 4.787 | 2.679 | 2.433 | 902 | 2.142 |
Van Reserve grondexploitaties aan Algemene reserve vrij besteedbaar | 2.387 | 379 | 933 | -832 | 523 |
(Bedragen x € 1.000)
Eind 2023 bedraagt de Algemene reserve grondexploitaties € 2,142 mln. De benodigde reserve is € 1,619 mln., er is derhalve een vrijval van € 0,523 mln. Dit bedrag kan worden toegevoegd aan de Algemene reserve vrij besteedbaar. De vrijval wordt met name veroorzaakt door hogere tussentijdse winstnemingen vanuit het complex Westerbouwlanden Noord voortkomende uit grondverkopen.